De Vier Gewesten bestaat 25 jaar en sinds de oprichting is de markt voor het contractvervoer enorm veranderd. DVG is destijds ontstaan om op de veranderingen van die tijd in te spelen en die rol is door de jaren heen alleen maar belangrijker geworden. TaxiPro sprak met directeur Wim Brouwer over verleden, heden en toekomst van DVG en de wereld van het contractvervoer.
Wim Brouwer is vanaf het begin in 1992 betrokken bij De Vier Gewesten. Hij studeerde enkele jaren daarvoor af op de Wet Personenvervoer, die in 1988 werd ingevoerd in antwoord op de enorme veranderingen die de markt in de halve eeuw ervoor had doorgemaakt. Brouwer ging niet lang na zijn afstuderen als secretaris werken bij de FNOP, één van de twee organisaties waar KNV uit ontstond. Hij zat als FNOP-secretaris in tal van taxi-adviescommissies om het beleid op basis van de nieuwe wet te helpen vormgeven.
“Vervoer werd steeds grootschaliger aangeboden en er kwamen nieuwe aanbieders op de markt. Vervoerders gingen bijvoorbeeld ook buiten hun eigen gemeente vervoer aanbieden. De markt kantelde. Mede omdat er marktwerking zou komen in het openbaar vervoer, waardoor veel OV-bedrijven zich ook met taxivervoer en besloten busvervoer gingen bezighouden. Dat deden ze onder meer door taxibedrijven over te nemen en zo ondernemerschap in huis te halen.”
Niet langer vrijblijvend
Er veranderde van alles en taxibedrijven konden daar eigenlijk niet meer goed individueel op inspelen. Er vonden overnames en fusies plaats. Er werd op verschillende manieren samengewerkt. Maar dat was vaak te vrijblijvend, of individuele belangen voerden de boventoon. Daarom werd gekozen voor een BV waarin elk betrokken taxibedrijf aandelen nam, om zo de vrijblijvendheid er uit te halen. Elke aangesloten vervoerder kreeg evenveel zeggenschap en een eigen werkgebied waar de andere leden niet in actief zijn. De aandeelhouders in DVG werden ook franchisenemer van die organisatie. Wim Brouwer werd gevraagd als directeur.
Tekst loopt door onder de foto
“De uitgangspunten van DVG en de afspraken die we met elkaar maken zijn in die 25 jaar eigenlijk niet veranderd. We hebben alles destijds meteen goed vastgelegd. Daardoor hebben we nooit te maken gehad met afsplitsingen of grote interne problemen en zijn we altijd een redelijk homogene groep gebleven. Vanuit diezelfde basis is er natuurlijk wel van alles doorontwikkeld, want de branche is ook in de afgelopen 25 jaar sterk veranderd.”
Samen en toch zelfstandig
“We begonnen met zestien bedrijven in de provincies Groningen, Drenthe, Flevoland en Gelderland: De Vier Gewesten”, aldus Brouwer. “We hebben in kaart gebracht wie in welk gebied welk vervoer deed. Vervolgens ben ik met de tussenliggende gemeentes gaan praten over combinaties in dat vervoer en zo zijn op redelijk korte termijn onderhands allemaal extra vervoerscontracten binnengehaald. Zo ging dat toen nog, want het systeem met Europese aanbestedingen werd pas in 1996 ingevoerd.”
Ook op de komst van de voorganger van het huidige wmo-vervoer werd door DVG ingespeeld met collectieve vervoerssystemen. Binnen een paar jaar had DVG in zijn hele verzorgingsgebied vrijwel al het leerlingenvervoer en wvg-vervoer in handen. “Daarop meldden zich taxi-ondernemers uit andere gemeenten om zich bij ons aan te sluiten. Wat wij deden, werkte: samenwerken en toch je zelfstandigheid behouden als taxibedrijf”, aldus Wim Brouwer.
Centrale opgezet
Vanaf het begin in 1996 heeft DVG ook vol ingezet op de Europese aanbestedingen van doelgroepenvervoer. Het eerste succes werd geboekt met een aanbesteding voor wvg-vervoer in achttien Achterhoekse gemeenten. “In dat systeem was ook de optie voorzien dat reguliere OV-passagiers tegen een hoger tarief van hetzelfde vervoer gebruik konden maken. Vanwege de aansluiting op het OV was de verwachting dat het regionale OV-bedrijf deze aanbesteding zou winnen. Maar wij kregen het gegund en we hebben er ook een centrale voor opgezet.”
Tekst loopt door onder de foto
Dat eerste systeem voor collectief vraagafhankelijk vervoer wekte weer de belangstelling van andere gemeenten, waarna DVG via steeds meer gewonnen aanbestedingen door het hele land CVV-projecten kon opzetten. Tegenwoordig worden regie en vervoer steeds vaker gescheiden. Na het winnen van de aanbesteding van AVAN, in de regio Arnhem-Nijmegen, zette DVG een eigen regiecentrale op. Het is de ambitie deze verder uit te bouwen en de faciliteiten aan de franchisenemers ter beschikking te stellen.
Het systeem voor aanbestedingen heeft sinds de invoering een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Wim Brouwer kijkt met enige ambivalentie naar de situatie van nu. “Het uitgangspunt was gelijke mogelijkheden creëren voor alle ondernemers. Vanuit die basis is het model van Europees aanbesteden geslaagd; je kunt niet meer via vriendjespolitiek werk krijgen en houden. Binnen bepaalde randvoorwaarden heeft iedereen in principe dezelfde mogelijkheden.”
Lege handen
“Maar tegelijk zijn de vervoerspakketten door clustering van vervoersstromen en gebieden steeds groter geworden. En dus is het voor taxibedrijven steeds vaker alles of niets”, constateert Brouwer. “Vanuit opdrachtgevers gezien is het clusteren wel logisch. Een aanbesteding is een vrij intensief traject waar veel tijd en geld in gaat zitten. Maar voor de taxi-ondernemer betekent het steeds vaker dat hij een grote opdracht pakt of met lege handen komt te staan. Nu ga je van twintig naar tachtig voertuigen, drie jaar later kan zomaar het omgekeerde gebeuren.”
“En omdat de belangen zo groot zijn, wordt er ook volop geprocedeerd”, vervolgt Brouwer. “Het schiet soms wel wat door met regels en procedures. Grote partijen doen mee aan aanbestedingen in gebieden die ze helemaal niet kennen. Dat komt de kwaliteit van het vervoer en de klant niet altijd ten goede. Bovendien worden er steeds meer risico’s bij ondernemers neergelegd en worden de volumes van het doelgroepenvervoer alsmaar kleiner omdat opdrachtgevers daar beleid op voeren. Als de risico’s reëler waren verdeeld, zou de prijsstelling ook evenwichtiger zijn.”
100 aangesloten bedrijven
Van een bedrijf met een overzichtelijk pakket aan werkzaamheden is DVG uitgegroeid tot een partij met een kantoororganisatie van een kleine dertig mensen. Dat zijn voor een flink deel economen en juristen die zich met aanbestedingen bezighouden. Het aantal aangesloten bedrijven bedraagt circa honderd, met in totaal zo’n 160 vestigingen, 5.000 voertuigen en ongeveer 8.000 medewerkers. De franchisenemers kunnen te allen tijde een beroep doen op zowel de juridische dienst als het opleidingsbedrijf van DVG.
“In onze activiteiten en organisatie zit nog steeds groei, maar niet in het aantal franchisenemers. Door clustering en sanering in de branche is de hoeveelheid bedrijven dat zich op contractvervoer richt afgenomen. Ons marktaandeel neemt echter niet af”, aldus Wim Brouwer. “Onze rol verandert wel. Het gaat steeds meer richting regie faciliteren en de aangesloten bedrijven ondersteunen. En de markt verandert ook. De komst van zelfrijdende auto’s zal consequenties hebben voor het werk van taxichauffeurs in het contractvervoer. Die zullen steeds meer begeleider en steeds minder chauffeur worden. En dat is maar één voorbeeld van de vele veranderingen die komen en waar wij rekening mee moeten houden.”